Nadenken over uw woontoekomst begint met inzicht in uw financiële situatie.
KBO-Brabant ging hierover in gesprek met financieel adviseur Daphne van Empel- de Zwart van Just Trust.
Nadenken over uw woontoekomst begint met inzicht in uw financiële situatie.
KBO-Brabant ging hierover in gesprek met financieel adviseur Daphne van Empel- de Zwart van Just Trust.
Bent u in loondienst? Bent u ondernemer? Heeft u een eigen woning? Per 1 januari is er weer het nodige gewijzigd in de financiële wet- en regelgeving. Wat betekent dit voor u? We hebben een aantal belangrijke wijzigingen op een rijtje gezet.
Inkomsten- en loonbelasting
Wat opvalt is dat we dit jaar eerder dan oorspronkelijk de bedoeling was naar een tweeschijvenstelsel gaan. Door de invoering van het tweeschijvenstelsel wordt het minder belangrijk of het inkomen in een huishouden met één persoon of twee personen wordt verdiend. De eerste schijf kent een tarief van 37,35% en loopt tot een belastbaar inkomen van € 68.507. Vorig jaar was het tarief 36,55% tot een inkomen van € 20.384 en 38,1% voor het meerdere tot € 68.507. De tweede schijf kent een tarief van 49,5% en is van toepassing voor dat deel van het inkomen boven de € 68.507. Vorig jaar bedroeg het toptarief 51,75%.
Voor AOW-gerechtigden geldt tot een inkomen van € 34.712 een gecombineerd tarief van 19,45% (of € 35.375 voor diegenen die geboren zijn voor 1946), omdat zij niet premieplichtig zijn voor de Algemene Ouderdomswet (AOW). Dit betekent dat er in de praktijk voor AOW-gerechtigden geen sprake is van een twee- maar van een drieschijvenstelsel.
Goed nieuws voor diegenen die bijna de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken: de AOW-leeftijd stijgt toch niet. U mag dus nog steeds met 66 jaar en 4 maanden met pensioen.
Arbeidskorting en heffingskorting
Niet alleen de tarieven in de inkomstenbelasting zijn van belang voor wat u uiteindelijk netto overhoudt in uw portemonnee, maar ook de heffingskortingen beïnvloeden uw koopkracht. Zo is de arbeidskorting omhooggegaan. Dit betekent een belastingverlaging voor alle werkenden met een inkomen tussen de € 10.000 en € 98.000 bruto per jaar. Ook de algemene heffingskorting is gestegen. Dit betekent dat iedereen met een bruto jaarinkomen tot € 68.507 minder belasting gaat betalen.
Aftrekposten
Het toptarief in box 1 bedraagt 49,5%, maar dit betekent niet dat aftrekposten die vallen in deze box ook tegen dit tarief fiscaal mogen worden afgetrokken. Het aftrektarief bedraagt dit jaar maximaal 46% voor diegenen met een hoger belastbaar inkomen dan € 68.507. Dit percentage zal de komende jaren nog verder afnemen tot 43% in 2021, 40% in 2022 en 37,1% vanaf 2023.
Het betreft de volgende aftrekposten: hypotheekrenteaftrek, de ondernemersaftrek, de mkb-winstvrijstelling, de terbeschikkingstellingsvrijstelling en de persoonsgebonden aftrek. Goed te weten is dat lijfrente- en arbeidsongeschiktheidspremies wel tegen het maximale tarief van 49,5% fiscaal aftrekbaar blijven.
Huis en hypotheek
Tegenover de lagere hypotheekrenteaftrek staat een lager eigenwoningforfait. Dit betekent dat diegenen met een belastbaar inkomen onder de € 68.507 netto ongeveer hetzelfde blijven betalen voor de hypotheek en diegenen met een hoger belastbaar inkomen meer gaan betalen.
Bent u van plan dit jaar een huis te kopen? Dan hebt u geluk ! De grens voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) is namelijk met € 20.000 gestegen naar een bedrag van € 310.000. Als u ook nog investeert in energiebesparende voorzieningen, dan neemt de NHG-kostengrens toe tot maximaal € 328.600.
Wijzigingen WAB
Vanaf 1 januari veranderen de regels rond arbeidscontracten en ontslag. Dit is geregeld in de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). Zo krijgen payrollwerknemers een betere rechtspositie en arbeidsvoorwaarden en oproepkrachten krijgen meer zekerheid op werk en inkomen. Vanaf dit jaar kunnen werkgever en werknemer drie tijdelijke contracten in maximaal drie jaar aangaan. Daarna krijgt u automatisch een vast contract.
Elektrische auto’s
De komende jaren blijven de belastingvoordelen voor elektrische auto’s bestaan. Tot 2025 hoeft u geen motorrijtuigenbelasting of aanschafbelasting (bpm) te betalen voor een elektrische auto. Wel is dit jaar de bijtelling voor elektrische auto’s van de zaak gestegen van 4% naar 8% tot een cataloguswaarde van € 45.000. Voor elke euro hoger is de bijtelling 22%, gelijk aan die voor benzine- en dieselauto’s.
Fiets van de zaak
Vanaf dit jaar geldt net als voor het privégebruik van de auto van de zaak, een forfaitaire bijtelling voor het privégebruik van de fiets van de zaak. Dit betekent bij de fiets van de zaak dat jaarlijks 7% van de waarde van de fiets bij het inkomen wordt geteld. Op deze manier rijdt u een fiets ter waarde van € 2.000 al voor minder dan € 5 per maand.
Partneralimentatie
Vanaf dit jaar wordt de betalingstermijn voor partneralimentatie flink ingekort. De maximale alimentatietermijn bedraagt de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van vijf jaar in plaats van twaalf jaar. Deze wijziging is een extra nadeel voor de ex-partner die partneralimentatie ontvangt, omdat ook de hoogte van de partneralimentatie mogelijk lager zal worden als gevolg van de eerder besproken beperking van de fiscale aftrekbaarheid van partneralimentatie.
Op de regel van maximaal vijf jaar partneralimentatie geldt een aantal uitzonderingen. Zo houdt de alimentatieontvanger die voor de kinderen zorgt minimaal recht op partneralimentatie totdat het jongste kind twaalf jaar oud is.
Wilt u weten wat de gevolgen zijn van alle wijzigingen voor uw financiële situatie en hoe hier het beste op in te spelen? Neem dan eens contact met me op.
Hoe zit het met de aftrekposten voor de eigen woning? Wat zijn de plannen van het kabinet? Krijgen we minder belasting terug in 2020 en volgende jaren?
Al jaren wordt er gemorreld aan de hypotheekrenteaftrek. Belastingaftrek over de hypotheek mag alleen als u zelf in de woning woont, de woning tot hoofdverblijf hebt, en mag alleen als u aflost op de schuld. En, de hypotheekrenteaftrek kent een maximale termijn van dertig jaar. Toch is het blijkbaar nodig om het mes scherper in de aftrek te zetten: vier belangrijke veranderingen die komend jaar al gaan plaatsvinden.
De hypotheekrenteaftrek wordt verder beperkt
Oorspronkelijk was het zo dat hypotheekrente mocht worden afgetrokken tegen het geldende tarief in box 1 van de inkomstenbelasting. Viel u in de hoogste schijf, dan betekende dit aanvankelijk een aftrek tegen 52%. Veel mensen rekenden met een eenvoudige rekensom: als ik € 1.000 hypotheekrente betaal, krijg ik de helft terug. Dat klopte toen al niet helemaal (omdat er ook nog zo iets is als het eigenwoningforfait), maar kwam wel dicht in de buurt. Voor de hoogste schijf inkomstenbelasting bestaat inmiddels een fiscale correctie als het gaat om de aftrek van hypotheekrente: aftrek tegen het hoogste tarief is niet meer mogelijk, u moet hierop een korting toepassen. Die korting zou in stapjes van een half procent, in heel wat jaren, afgeroomd worden naar een fors lager tarief, ruim in de dertig procent (in plaats van 50). Dat gaat nu opeens veel sneller, in stapjes – zeg maar gerust in stappen – van 3%. In 2020 moet u in totaal 3% corrigeren op het hoogste tarief. En dat gaat de komende jaren gewoon door. Een lagere aftrek betekent minder belastingvoordeel.
Het eigenwoningforfait
Goed nieuws is dat het eigenwoningforfait waarschijnlijk daalt. Momenteel bedraagt het eigenwoningforfait 0,65% over de WOZ-waarde van een woning die tussen de 75.000 en 1.080.000 ligt. Dus voor de meeste huizen geldt dit. Die 0,65% wordt 0,6%, dus iets lager. Een lagere fiscale bijtelling van de woning betekent een hoger belastingvoordeel.
De WOZ-waarde
Minder goed nieuws is dat de WOZ-waarde waarschijnlijk met 8% tot 10% stijgt. Dat zou de Waarderingskamer aan advies gaan geven aan gemeenten. Dat is de instantie die de landelijke en plaatselijke overheid van advies voorziet over de WOZ. Als dat gebeurt, betekent dit een verslechtering. Een hogere waarde van de woning leidt tot een hoger eigenwoningforfait en dat leidt vervolgens tot een hogere belastingafdracht.
Geen hypotheek of kleine hypotheek?
Vanaf 2005 kenden we de Wet Hillen. Deze wet houdt in dat als uw eigenwoningforfait hoger is dan de renteaftrek, dat u toch geen belasting betaalt over de woning. Stel, het eigenwoningforfait is € 1.000 en u betaalt € 500 aan hypotheekrente, dan zou u dus over het verschil 500 (1000 minus 500) belasting moeten betalen. De Wet Hillen zorgde ervoor dat dit niet hoefde. Tot dit jaar. In 2019 geldt voor het eerst een versobering. In dertig jaar moet de regeling worden afgebouwd. Iemand die in 2020 € 1000 forfait heeft en € 500 hypotheekrente, moet zo’n 6% van het verschil, dus 6% van 500 in dit voorbeeld, WEL als inkomen van de eigen woning rekenen. Het is nu nog peanuts, 6% van 500 is 30 euro, maar dit sluipt er wel in. En, zoals we met de beperking van de hypotheekrenteaftrek hebben gezien, ook al zijn de plannen om dit over heel wat jaren uit te smeren, dit kan maar zo weer veranderen.
Wat betekent dit?
De effecten van een verlaging van het eigenwoningforfait en een hogere WOZ-waarde kunnen we misschien tegen elkaar wegstrepen. En dan blijft alleen nadeel over. Een doordacht financieel plan omtrent uw woning en uw hypotheek is dan ook van levensbelang om het belastingvoordeel waar u recht op hebt goed uit te rekenen.
Ik ben benieuwd naar uw verhaal en toekomstplannen !
De afgelopen tien jaar heeft de overheid op zichtbare en minder zichtbare manieren de belastingvoordelen rond de eigen woning versoberd. Deze voordelen waren ooit bedoeld om het eigenwoningbezit onder Nederlanders te stimuleren. Dat is gelukt.
Nederland telt 7,7 miljoen woningen, waarvan er 4,3 miljoen (56 procent) als koopwoning in handen van particulieren zijn. Van de koopwoningen zijn er 3,5 miljoen (81 procent) geheel of deels gefinancierd met een hypothecaire lening, aldus de Nederlandse Vereniging van Banken. De overheid kijkt kritisch naar het prijskaartje van het beleid; de hypotheekrenteaftrek kost de schatkist jaarlijks ongeveer 11 miljard euro.
Als u eigenaar bent van een woning belast met een hypothecaire lening, is het belangrijk dat u zich bewust bent van deze ontwikkeling. De belastingvoordelen zullen de komende jaren naar verwachting verder dalen. Iets om rekening mee te houden. Gemiddeld krijgt de woningeigenaar een derde van zijn hypotheekrente terug in de vorm van een belastingkorting. Paniek is niet nodig, maar breng wel in kaart wat het voor u betekent als de hypotheekrente niet meer volledig aftrekbaar is. De woonlasten worden dan voor de meesten van ons een stuk hoger, afhankelijk van de soort hypotheek die u hebt. Op termijn kan verhuizen naar een voordeligere woning een optie zijn, of het (deels) aflossen van de hypotheek.
De belangrijkste punten voor u op een rij:
Wilt u weten wat veranderingen in de belastingen voor u betekenen? Of wilt u inzicht in uw financiële plaatje als de hypotheekrente niet meer volledig aftrekbaar is? Neem dan eens contact met me op.
Ouders maken zich het meeste zorgen over de financiële toekomst van hun kinderen. Terecht, want voor het eerst sinds lange tijd gaan onze kinderen het moeilijker krijgen dan de vorige generaties.
Toch blijkt uit een groot FFP/Nibud-onderzoek dat voor een grote groep veertigers en vijftigers één zorg nóg groter is: de aflossingsvrije hypotheek die als een molensteen om hun nek hangt. Weegt die ook voor jou zo zwaar? Niet zo gek dat ouders zich zorgen maken om de financiën van hun kinderen. Want straks gaat jouw geld niet naar de kinderen, maar heb je het nodig om je hypotheek te betalen.
Nu ben je nog op tijd om je hypotheekprobleem op te lossen, want straks is het te laat. We leven immers in een samenleving waarin steeds meer van iedereen wordt verwacht om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor zijn financiële gezondheid.
Een goed gesprek met een gecertificeerd financieel planner kan je helpen !
Hier alvast wat tips ter voorbereiding op dat gesprek:
In grote lijnen was het al bekend, maar op Prinsjesdag wordt het dan definitief: volgend jaar gaan veel belastingen omlaag. Dit jaar kunt u hier al van profiteren.
Inkomens tussen de € 20.000 en bijna € 70.000 worden vanaf 2019 belast met (afgerond) 37% in plaats van met 41%. Het toptarief daalt van bijna 52% naar 49,5%. Voor mij als financieel planner een goede gelegenheid om mijn klanten te adviseren. Want zij kunnen van de belastingverlaging volgend jaar nog dit jaar profteren. Hoe? Door aftrekposten naar voren te halen. Dan kan men bepaalde items nog tegen het huidige hogere tarief aftrekken in plaats van tegen het lagere tarief van volgend jaar. Ik denk dan onder meer aan onderstaande zaken.
Hypotheekrente
Betaal de hypotheekrente een half jaar vooruit. U mag de hypotheekrente over de eerste zes maanden van 2019 al in 2018 betalen en aftrekken. Dat betekent dat u de hypotheekrente kunt aftrekken tegen het hogere tarief dat in 2018 nog geldt. U mag de rente wel minder maar niet meer dan zes maanden vooruit betalen. Doet u dat wel, dan vervalt de aftrek volledig, dus ook de eerste zes maanden. Overigens is uw hypotheekverstrekker niet verplicht hieraan mee te werken. Vraag daarom eerst na of uw bank of verzekeraar zo’n vooruitbetaling accepteert.
Oversluiten hypotheek
Sluit uw hypotheek nog dit jaar over. Als u uw huidige hypotheek oversluit naar een lening met een lagere rente betaalt u vaak een boeterente. Deze boeterente is aftrekbaar. Daarnaast betaalt u afsluit- en soms advieskosten. Ook deze kosten zijn aftrekbaar. Als u uw hypotheek nog dit jaar oversluit – al dan niet bij dezelfde hypotheekverstrekker – zijn al deze kosten tegen het huidige, hogere tarief aftrekbaar.
Zorgkosten
Haal planbare zorgkosten naar voren. Sommige zorgkosten kunt u plannen, zoals een gebitsrenovatie. Mocht u een dergelijke ingreep overwegen, dan kan het voordelig zijn om deze nog in 2018 te laten plaatsvinden. Vraag dan wel of de rekening voor het eind van het jaar kan worden verzonden.
Giften
Doneer extra in 2018. U kunt ook aftrekbare giften aan goede doelen naar voren halen. Giften aan goede doelen zijn aftrekbaar als het om een ANBI – Algemeen Nut Beogende Instelling – gaat. Dat is een goed doel dat door de Belastingdienst als zodanig is erkend. Vaak is een gift pas aftrekbaar als deze uitkomt boven de één procent van uw inkomen. Door uw geplande giften voor 2019 al dit jaar te doen, kunt u deze tegen een hoger belastingtarief aftrekken.
Aftrekposten dit jaar naar voren halen
Ook als u volgend jaar verwacht minder belasting te betalen, is het vaak voordelig om nog dit jaar aftrekposten naar voren te halen. Uw inkomen kan omlaag gaan omdat u minder gaat werken of met pensioen gaat.
Inkomsten uitstellen
Probeer sommige inkomsten juist uit te stellen tot volgend jaar. Dat is onder meer aan de orde als u als zelfstandige geld verdient. U kunt bijvoorbeeld bepaalde opdrachten pas in 2019 uitvoeren. En mocht u worden ontslagen en een transitievergoeding krijgen, dan kunt u die misschien laten uitbetalen in 2019. Denk verder aan het uitstellen van uw pensioendatum. Daar zitten vaak wel haken en ogen aan, onder meer omdat het gevolgen kan hebben voor het nabestaandenpensioen.
Advies
Als u wilt profiteren van de belastingplannen van het kabinet dan kan ik u daarbij goed adviseren. Vraag tijdig advies, want sommige zaken – zoals het oversluiten van uw hypotheek – kunt u niet even snel regelen. Zeker in de laatste weken van het jaar hebben banken, notarissen en andere dienstverleners het vaak erg druk.